Amsterdam, 30 april 2020 - Als we één ding kunnen leren van het coronavirus, is het wel het belang van samenwerking. Al in 2000 voorspelde Austin (Emeritus Professor aan Harvard University en auteur van 100+ publicaties en case studies over partnerships) dat de 21e eeuw gemarkeerd zou worden door een versnelde onderlinge afhankelijkheid (1). Zijn woorden zijn vandaag misschien wel relevanter dan ooit.
De Verenigde Naties heeft verklaard dat partnerships tussen regeringen, bedrijven, burgers en organisaties essentieel zijn om de duurzaamheidsdoelen in 2030 te behalen (2). COVID-19 kan gezien worden als het meest recente wicked problem. De literatuur onderscheid drie categorieën problemen: simpel, complex en wicked (3), dat zich niet naar het Nederlands laat vertalen, maar gedefinieerd word als een onderling verbonden web van problemen, waarop standaardoplossingen niet kunnen worden toegepast (4). Het zijn problemen zoals klimaatverandering, woestijnvorming en armoede die in deze categorie vallen. Het coronavirus en pandemieën in zijn algemeenheid, kunnen nu aan de lijst worden toegevoegd.
Wicked problems kunnen niet door partijen alleen worden opgelost. Zowel academici als het bedrijfsleven zijn het erover eens dat partnerships essentieel zijn in het oplossen van problemen in deze categorie. Hoewel partnerships worden aangeduid als cross-sector partnerships, tripartite partnerships of quadruple helices, is het doel van dit soort multi-stakeholder partnerships hetzelfde: om gezamenlijk meer waarde te creëren dan de organisaties individueel hadden gekund (5).
Het idee van partnerships is niet nieuw. In 1998 beargumenteerde Elkington (bekend van zijn triple bottom line model waarin het balanceren van sociale, ecologische en economische waarde centraal staat) (6) dat langdurige partnerships essentieel zijn om de duurzaamheidstransitie te realiseren. Transitie, of verandering zo je wil, speelt zich af op het niveau van individuen, organisaties en de maatschappij (7). Als individu, kunnen wij inmiddels allemaal relateren aan de impact van het coronavirus en de bijbehorende maatregelen. Het maakt ons niet alleen duidelijk dat het leven zonder onze vrienden, familie en buren minder kleur heeft, maar ook dat we elkaar hard nodig hebben in tijden van crisis.
De meeste organisaties komen tot dezelfde conclusie. In plaats van het grootste stuk van de taart op te eisen, zijn hele industrieën op zoek naar manieren om de taart - en wat ervan over is - eerlijk te verdelen. Er zijn voorbeelden te over: bierbrouwerijen ontwikkelen handdesinfectiemiddel, bedrijven doneren aan COVID-19 Response Funds of bieden support aan kleinere bedrijven en de autoindustrie helpt bij de productie van beademingsapparatuur (8).
Op maatschappelijk niveau kunnen we de impact van de crisis nog niet overzien. De economie zal op nationaal en mondiaal niveau zonder twijfel een klap krijgen. Voor een spoedig herstel zijn we gebaat bij samenwerking over silo's heen. De centrale vraag hierbij is: welke waarde gaan we creëren? Gaan we terug naar de single-minded money earning logic (9) of zijn we eindelijk klaar voor een scenario waarin sociale, ecologische en economische waarde meer in balans zijn? Het is deze vraag die we onszelf zouden moeten stellen - als maatschappij, maar ook als organisatie en als individu. In andere woorden: met welk stuk van de taart neem je genoegen, en misschien nog wel belangrijker: met wie deel je de taart?